In mei 1952 werd bekend dat in oktober 1950 een 50-jarige Indische vrouw, genaamd Banda, wegens spionage door een Noord-Koreaans vuurpeloton was gefusilleerd. Volgens verscheidene bronnen zou zij een onwettige dochter van Mata Hari zijn geweest.
Banda zou rond 1900 in Banyu Biru (bij Semarang) zijn geboren uit een buitenechtelijke relatie van de destijds in Nederlands-Indië wonende Mata Hari met een hooggeplaatste Nederlands-Indische heer (informatie van de familie, 17 oktober 2017). Banda, die eigenlijk Joanna Louiza heette (niet te verwarren met Mata Hari’s wettige, in 1919, overleden dochter Louise Jeanne), werd na haar geboorte afgestaan aan een tante in Batavia, die familie was van Banda’s biologische vader.
Op 19 maart 1902 ging Mata Hari met haar man weer terug naar Nederland. Banda, die nog steeds bij haar tante woonde, bleef in Batavia achter. Pas na de executie van Mata Hari op 15 oktober 1917 in het Franse Vincennes kreeg de inmiddels 17-jarige Banda van haar tante te horen wie haar moeder was (volgens een andere bron zou Mata Hari vlak voor haar executie haar dochter zelf geschreven hebben).
Niet lang daarna kreeg de knappe Banda een verhouding met een 40-jaar oudere hoge Nederlandse functionaris, die een van de drie naaste medewerkers was van Gouverneur-Generaal Johan Paul graaf van Limburg Stirum. Toen Banda’s minnaar in 1935 op 75-jarige leeftijd overleed, liet hij de inmiddels 35-jarige Banda een aanzienlijk vermogen na. Haar rijkdom bezorgde haar een vooraanstaande positie in het vooroorlogse Batavia met veel vrienden onder diplomaten, officieren en zakenlui.
Tijdens de Japanse bezetting wist Banda door haar Indo-Europese uiterlijk buiten de Jappenkampen te blijven en raakte actief betrokken in het verzet. Door haar charmes wist ze toegang te krijgen tot talrijke hoge Japanse officieren en burgerautoriteiten. Het was dan ook mede aan Banda’s activiteiten te danken dat de geallieerden kans zagen om agenten te droppen boven het door de Japanners bezette Sumatra.
Na de Japanse capitulatie werd ze echter door de Nederlands-Indische autoriteiten ervan verdacht voor de Indonesische nationalisten van Soekarno te spioneren en informatie over de Eerste Politionele Actie te hebben doorgespeeld, al ontbrak het harde bewijs hiervoor. Zij werd dan ook door de Inlichtingendienst van het KNIL, waar ze bekend stond als Banda MacLeod (de achternaam van Mata Hari’s vroegere echtgenoot), nauwlettend in de gaten gehouden. Zo zou zij in februari 1948 in het Bandungse Hotel Savoy Homann nog gedineerd hebben met kapitein Westerling, die toen met zijn Speciale Troepen vlakbij in Batujajar was gelegerd. Hoe die twee elkaar kenden is niet bekend. Feit is dat ook Westerling boven Sumatra was gedropt, maar pas een maand na de Japanse capitulatie. Het gesprek tussen Banda en Westerling – dat door iemand van de inlichtingendienst was afgeluisterd – was verre van aangenaam. Zij slingerde hem allerlei verwijten naar het hoofd vanwege diens optreden op Zuid-Celebes. Zo heeft ze letterlijk tegen hem gezegd: “Jouw optreden is net als een karbouw, dom en ondoordacht. Met meer politiek inzicht zou je hier meer bereiken”.
Na de Indonesische onafhankelijkheid in december 1949 ging Banda naar de Verenigde Staten, waar ze kort daarna door de CIA werd gerekruteerd. Men had bij die organisatie namelijk nog steeds grote waardering voor haar verzetsactiviteiten tijdens de Japanse bezetting. Nadat Banda begin maart 1950 via China naar Noord-Korea was gegaan, werd ze niet lang daarna door een van haar contactpersonen verraden en zonder vorm van proces in oktober van dat jaar door een vuurpeloton gefusilleerd.
Gerard
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.