Het onderstaande heeft prof. B.J. Delfgaauw letterlijk gezegd tijdens een Vietnam-demonstratie in de Amsterdamse RAI op zaterdag 21 oktober 1967. Prompt werd er door de officier van Justitie mr. F. Hartsuiker nagegaan of de professor vervolgd kon worden wegens “belediging van een bevriend staatshoofd” (artikel 118 – wetboek van strafrecht).
Maar prof. Delfgaauw hoefde van de toenmalige minister van Justitie Polak niet terecht te staan omdat hij – door te verwijzen naar de conventies van Neurenberg en Tokio – “het internationale recht tot gelding had laten komen”.
Overigens hebben er indertijd wel tientallen demonstranten wel terechtgestaan omdat zij “Johnson moordenaar” hadden geroepen, maar volgens minister Polak “stond de zaak van prof. Delfgaauw los van de andere gevallen van belediging van president Johnson”. Met andere woorden: Het Nederlandse vervolgingsbeleid is voor iedereen gelijk, maar voor professoren gelijker dan voor anderen……………
Zie ook mijn artikel: Over de bevriende staatshoofden Hitler en Johnson.
Gerard
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.