Over onze “vrijheid” na de bevrijding.

Op 31 januari 1950 werd door de regering-Drees een wetsontwerp ingediend getiteld “Wetsontwerp tot uitvoering van artikel 196 der Grondwet”. De bedoeling van dit wetsontwerp was om de regering in vredestijd volmachten te geven tot opheffing van alle democratische rechten, zoals recht van staking, van vergadering, briefgeheim, persvrijheid, etc. Bovendien wilde Drees in geval van nood het recht hebben om personen zonder vorm van proces in “Schutzhaft” te nemen. Met andere woorden, hij wilde der Polizeistaat – of beter gezegd het fascistische regime – in ons land weer invoeren.
Ondanks massale protesten werd het wetsontwerp op donderdagmiddag 19 juni 1952 door de Eerste Kamer aangenomen en daarna in het Staatsblad gepubliceerd.

(Klikken om te vergroten.)

Polizei1

Polizei2

Polizei3

Het is overigens cynisch dat de “sociaal-democraat” Drees, die na 1945 de koloniale oorlog dirigeerde waarbij duizenden Indonesische mannen, vrouwen en kinderen om het leven kwamen  en in de jaren ’50 de democratische rechten om zeep hielp, in 2004 tot één van de ‘grootste Nederlanders’ werd gekozen en in januari 2006 door de luisteraars van het VPRO-radioprogramma OVT zelfs tot de beste Nederlandse premier van na de Tweede Wereldoorlog. Zie ook: “Erger dan Hitler in 1940”.

Gerard