Tagarchief: Hongerwinter

“Van dat tuig is er nooit één ter verantwoording geroepen!”

Met instemming van de Nederlandse ballingenregering in Londen heeft de NS jarenlang meegewerkt aan de belangen van de Duitse bezetter met het vervoeren van joden naar Westerbork, het wegvoeren van Nederlandse arbeidskrachten en het vervoer van Duitse troepen en wapens door heel Nederland.
Zie ook: Deportaties naar Westerbork moesten doorgaan van de Nederlandse ballingenregering.

Pas in het vierde oorlogsjaar, op 17 september 1944, riep de ballingenregering via Radio Oranje, ‘in het volle besef van de moeilijkheden die daardoor ontstaan’ op tot een spoorwegstaking. Dat was overigens 4 dagen na het laatste grote transport met 279 joden, waaronder 77 ontdekte ondergedoken kinderen naar Westerbork op 13 september 1944.
De bedoeling achter de staking was het lamleggen van het Duitse troepentransport in verband met de geallieerde luchtlandingen bij Arnhem. Aan de oproep gaven 30.000 personeelsleden van de NS gehoor en legden het werk neer.

wp6Op donderdag 5 oktober 1944 erkende premier Gerbrandy voor Radio Oranje dat de spoorwegstaking voor een belangrijk deel oorzaak zal zijn van een te verwachten hongersnood.

02

Hij zou gelijk krijgen, want als gevolg van de staking konden uit Groningen het graan en de aardappelen niet meer naar het westen van Nederland worden vervoerd. Ook voor de scheepvaart was het onmogelijk om via het IJsselmeer het broodnodige voedsel uit het noorden te vervoeren, aangezien de schepen door geallieerde vliegtuigen werden beschoten. Tot overmaat van ramp begonnen eind november 1944 ook nog eens alle rivieren en kanalen dicht te vriezen.

Opmerking: Door jonge jongens van de Marine Jeugdstorm is ondanks de zware ijsgang nog geprobeerd om via het IJsselmeer de gaarkeukens in Amsterdam voor de hongerende bevolking te bevoorraden, maar tijdens hun reis naar Friesland werd het schip ‘Harlingen I’ op 22 december 1944 op het IJsselmeer door Engelse jachtvliegtuigen aangevallen, waarbij twee doden en een aantal gewonden te betreuren waren. Over die aanval werd door het illegale krantje ‘De Vrije Pers’ op 6 januari 1945 melding gemaakt (de datum op het krantje is overigens foutief). De rouwadvertenties stonden indertijd op 5 januari 1945 in Volk en Vaderland.

Jeugdstorm
JeugdstormVoVa

Aangezien de honger steeds meer aan de magen begon te knagen, verschenen er in de kranten tevergeefse oproepen aan de stakende spoorwegmannen om alsjeblieft weer te gaan rijden.

03

Ondanks dat al na een paar weken was gebleken dat de spoorwegstaking totaal geen effect had op het verloop van de strijd van de geallieerden tegen nazi-Duitsland, en ondanks dat begin januari 1945 al talloze Nederlanders de hongerdood waren gestorven, weigerden koningin Wilhelmina en haar ballingenregering het stakingsparool in te trekken: “Het was aan het volk de plicht te gehoorzamen. Zulks in weerwil van de moeilijkheden in de voedselvoorziening”.
Radio Oranje: ‘De regering wenst nogmaals met nadruk te wijzen op de noodzaak van een onverzwakte voortzetting van de spoorwegstaking, die dient te geschieden in weerwil van de grote moeilijkheden van de voedselpositie’.

04

Uiteindelijk kwam er eind januari 1945 ruim 5000 man Duits spoorwegpersoneel – dat noodgedwongen was vrijgemaakt van het vervoer van manschappen en materieel naar het Oostfront – naar ons land om in ieder geval de gaarkeukens in het dichtbevolkte westen des lands te bevoorraden.

05

06

Op bevel van Wilhelmina en haar ballingenregering heeft de zinloze spoorwegstaking 8 maanden geduurd en zijn duizenden mannen, vrouwen en kinderen van de honger gestorven.
Alleen al in één Rotterdamse wijk (Crooswijk) waren het er 6.913.

De auteur Jan Cremer, die als kind tijdens de hongerwinter ook te lijden heeft gehad, zal in 1983 in zijn boek ‘De Hunnen’ schrijven:

De Nederlandse regering had ons vanuit Londen de grote spoorwegstaking bevolen. Dat was even makkelijk, om vanuit het veilige Engeland de lakens uit te delen aan de onderdrukte landgenoten overzee.
Even vertellen hoe het moet! Met de champagne in de koeler en een vette fazant op tafel. Vanuit de diepe fauteuil, een glas drank in de ene hand, een vette bolknak in de andere, bevelen snauwen voor de microfoon. Vanuit Londen werden we op het dagelijks luisterkwartiertje gecommandeerd. De bevolking werd opgeroepen om dit te doen, om dat te doen…… Dan kwam Hare Majesteit met haar dikke lijf vanachter de slagroomtaart vandaan en deed ook nog even een duit in het zakje, “Landgeneuten……..” Ze wenste ons veel kracht toe en moed te houden, we moesten ons niet laten vertrappen door de Duitse laars en verzet blijven plegen.
Heel wat mensen aan deze kant van de Noordzee baalde van deze opruiende taal. Behalve een paar halvegare oranjeklanten, maar die vonden alles prachtig, interessant, van enorm belang wat Hare Majesteit verkondigde. Die lieten zich ook opjutten en droegen oranje speldjes, die riepen zelfs nog “leve de koningin” voor het vuurpeloton. De regering in ballingschap, aan de overkant van de Noordzee en wij hier met de blote vuist tegen het Herrenvolk de kastanjes uit het vuur halen; die leefden daar totaal buiten de realiteit.
En opeens mocht er van die Londense kliek niet meer met de treinen worden gereden, wat resulteerde in een hongerwinter. Half Nederland crepeerde van de honger en vroor dood op straat. Er kwamen sowieso al geen kolentransporten meer uit de Limburgse mijnen door de bevrijding van het zuiden van Nederland, dus er was geen licht, geen gas, de fabrieken sloten de poorten, en de bevolking mocht thuis op ’n houtje gaan zitten bijten. Maar er was eten genoeg, maar geen vervoer. In Groningen lagen de aardappels te rotten, huizenhoge bergen goede aardappels, de hele aardappeloogst lag te rotten omdat de treinen niet meer mochten rijden op bevel van Hare Majesteit. De rogge lag te beschimmelen. De boeren kregen de aardappels niet meer naar de Amsterdamse gaarkeukens getransporteerd omdat de NS plat was gegaan. Ouden van dagen, vrouwen en kinderen, vooral de armen stierven door voedselgebrek, vroren dood in die strenge winter.
Door het bevel tot de spoorwegstaking door die Londense emigrantenkliek stierven duizenden onschuldige burgers de hongerdood. Van dat tuig is er nooit één ter verantwoording geroepen!

 

Zie ook mijn artikel: Amerikanen weigerden begin 1945 voedsel te droppen voor de hongerende Nederlandse bevolking.

En klik hier voor het verhaal van Bert van Vondel wiens zusje Sophia in de hongerwinter overleed.

Gerard

 

Amerikanen weigerden begin 1945 voedsel te droppen voor de hongerende Nederlandse bevolking.

Ondanks dat er duizenden Nederlandse mannen, vrouwen en kinderen stierven van de honger, hebben de Amerikaanse militaire chefs van staven begin 1945 geweigerd om voedsel te droppen boven Nederlands bezet gebied. Dat is gebleken uit documenten die door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in januari 1968 zijn vrijgegeven.
‘Voedselhulp is niet in het belang van de oorlogvoering. Daarom zijn, van militair standpunt uit, voedselzendingen ongewenst’, schreven de chefs van staven in februari 1945.
Van diverse kanten, waaronder zelfs het Vaticaan, werd er bij Washington op aangedrongen om maatregelen te nemen, maar de militairen bleven hardnekkig weigeren.

01

Het waren dus alleen de vliegtuigen van de Britse RAF die op 29 april 1945 voor het eerst begonnen met de voedseldroppings, bestaande uit blikken margarine hamspek, kaas, eierpoeder en repen chocolade.
Een paar dagen later gaven de Amerikaanse chefs van staven, zij het met tegenzin, hun verzet op zodat op 1 mei 1945 ook de Amerikanen met het droppen van voedsel begonnen.
Later kwam men met de verklaring dat de Amerikaanse vliegtuigen ‘door het slechte weer’ niet eerder hadden kunnen opstijgen. Daar hadden de Britse vliegtuigen dus blijkbaar geen last van gehad.

Overigens doet nog steeds het verhaal de ronde over het Zweedse wittebrood dat in het voorjaar van 1945 ook uit vliegtuigen zou zijn gedropt. Niets is minder waar. Hierbij dus wat feiten:
Onder het motto ‘En stormflod av hjälp kan rädda Holland’ zamelde het Zweedse Rode Kruis eind 1944 geld in om voedselhulp te bieden aan Nederland.
Met het geld werd onder meer meel, margarine en grutterswaren aangeschaft, dat vervolgens eind januari 1945 met kustvaarders naar Delfzijl werd gebracht.

02

03

Door allerlei moeilijkheden, zoals de spoorwegstaking en het dichtvriezen van de waterwegen, konden de levensmiddelen pas vanaf eind februari 1945 worden getransporteerd naar het westelijk deel van Nederland.
De Zweedse etenswaren werden dus niet uit vliegtuigen gedropt, maar na bereiding gedistribueerd door bakkers en kruidenierswinkels. Tegen inlevering van een aantal voedselbonnen kon de bevolking gratis 400 gram brood, 125 gram margarine en 250 gram grutterswaren afhalen.

04

Zoals gezegd bestond het voedsel dat uit de vliegtuigen werd gedropt dus voornamelijk uit blikken margarine, hamspek, kaas, eierpoeder en repen chocolade.

05

06

Gerard