Tagarchief: Hannie Schaft

De verboden Hannie Schaft-herdenking. Regering-Drees zette het leger in tegen ex-verzetsstrijders.

Hannie

Ieder jaar in november vindt er de Hannie Schaft-herdenking plaats, maar in 1951 was het door de regering-Drees nog streng verboden om deze communistische verzetsstrijdster te herdenken.

01

Desondanks kwamen er op 25 november 1951 ruim 5000 mensen naar de herdenking, waarvan het  overgroot merendeel uit voormalige verzetsstrijders bestond. Toen de stoet op weg was naar Hannie’s graf op de erebegraafplaats in Bloemendaal werden ze echter tegengehouden door pantserwagens en met stenguns gewapende marechaussees.

02

03

04

Een van de bedreigde deelneemsters aan de herdenking in 1951 was de voormalige verzetsvrouw Truus Menger:

“Ik was heel erg opgewonden die dag. Overal om ons heen liepen agenten, maar toen ik achterom keek zag ik dat de rij steeds dikker werd. Op de Zeeweg in Bloemendaal werden we opgewacht door een macht aan politie, gewapende marechaussee en soldaten met stenguns. Maar het ergste vond ik dat er vier pantserwagens stonden. Als je ziet hoe die geschutskoepel langzaam naar je toedraait, en er een machinepistool op je wordt gericht, dan voel je toch wel een hele nare dreigende, stemming, hoor. De tranen liepen mij over de wangen en ik ben naar een van die pantserwagens gehold waar een blonde jongen met een heel bleek smoeltje op zat. Ik schreeuwde hem toe: ‘Had je echt op mij willen schieten? Ik had mijn leven voor je willen geven! Voor jullie, voor de jeugd! Hannie heeft haar leven voor jullie gegeven. Die jongen draaide zijn hoofd om van schaamte. Het was het gezicht van een jongen die niet wilde schieten, maar als hij opdracht had gekregen wel had geschoten. Ik heb in de oorlog vreselijke dingen gezien maar dit heeft mij persoonlijk het meest geraakt. Het gevoel dat je niemand meer bent. Er werd getwijfeld aan onze integriteit, het enige wapen in onze strijd tegen het nazisme. Ik was erg in de war die dag en de dagen daarna. Ik bleef maar huilen.”

05

Enkele dienstplichtige soldaten, die ook in de stoet meeliepen, werden ter plekke door de Militaire Politie gearresteerd en gevangen gezet.

06

Bloemen en kransen die ’s middags op de Haarlemse Grote Markt waren gelegd, werden later die dag door de politie afgevoerd naar de vuilnisbelt.

07

Een paar dagen later stuurde het Verenigd Verzet 1940-1945 een fel telegram naar de regering-Drees, waarin zij protesteerde “tegen de schandelijke gebeurtenissen voor en tijdens de herdenking en tegen het vertrappen en op de mesthoop gooien van de bloemen bestemd voor één der beste strijdsters voor Vrijheid en onafhankelijkheid van ons land”.

08

Het telegram werd echter voor kennisneming aangenomen.

09

Zeven voormalige verzetsstrijders stonden in januari 1952 terecht wegens het overtreden van Artikel 461. Ze waren namelijk op 25 november 1951 – de avond van de herdenking – door de politie gearresteerd toen ze over het hek van de begraafplaats waren geklommen en alsnog bloemen op Hannie’s graf hadden gelegd.

10

Gerard

Nederlandse ballingenregering was betrokken bij het uitschakelen van communistische verzetsstrijders.

De Nederlandse regering in ballingschap (ook wel ‘het Londense emigrantencomité’ genoemd) blijkt aan het einde van de Tweede Wereldoorlog betrokken te zijn geweest bij het uitschakelen van de goed georganiseerde communistische verzetsstrijders omdat men na de bevrijding bevreesd was voor een ‘coup van het Rode gevaar’.
Oud-verzetsman Jan Brasser: “Bij toeval kreeg ik de richtlijnen voor de OD-top onder ogen. Hier stond het zwart op wit: Als de Duitsers verslagen zijn is het onze taak om een ieder die niet sympathiseert met het Huis van Oranje en toch bepaalde machtsposities wil bekleden, desnoods met wapengeweld te weren”.
Aldus zijn er heel wat van deze verzetsstrijders verraden aan de Duitse Sicherheitsdienst (SD) waardoor velen, waaronder Hannie Schaft, vlak voor het einde van de oorlog zijn gefusilleerd. Hier de feiten:

In september 1944 besloot de Nederlandse regering in Londen de verschillende takken van het verzet te bundelen. Deze bundeling, de Binnenlandse Strijdkrachten (de BS), stond onder commando van prins Bernhard. Het nog niet bevrijde gedeelte van Nederland werd ingedeeld in gewesten. Noord-Holland ten zuiden van het Noordzeekanaal was Gewest 12. Dit gewest was een belangrijk industrieel gebied met het grootste Nederlandse staalbedrijf (Hoogovens), veel andere industrie, de sluizen van IJmuiden en de visserij, maar tevens met een uitstekende, goed georganiseerde en bewapende communistische verzetsbeweging. En juist hier werd mr. Nico Sikkel (de zwager van de minister-president in ballingschap Gerbrandy) – in een dubbelrol van verzetsman en collaborateur – benoemd tot Gewestelijk commandant van Gewest 12.

01

Als Hoofdkwartier nam Sikkel de Oudkatholieke kerk aan de Haarlemse Kokstraat en zorgde persoonlijk voor een zendinstallatie. Marconist Dick de Lee werd belast met het contact met Londen van wie Sikkel zijn instructies kreeg. Eén van die instructies was een besluit van het Kabinet-Gerbrandy dat “alle middelen gebruikt mochten worden om het communistische verzet te breken”.

02

03

Als zijn adjudanten nam Sikkel de Velser rechercheurs Kuntkes en Haak aan die bijna de gehele oorlog gemene zaak met de Duitsers hadden gemaakt, waaronder het opsporen van onderduikers en joden, maar zich nu – in de nadagen van de Duitse bezetting – bij het verzet hadden aangesloten. Terwijl Sikkel zoveel mogelijk in de schaduw bleef, speelden Kuntkes en Haak een grote rol bij het actief uitleveren van communistische verzetsstrijders aan de Duitse SD, waarvan de meesten de oorlog niet hebben overleefd.

04

Op verzoek van een aantal voormalige verzetsstrijders heeft de officier van Justitie mr. Grasso in 1951 de zaak op zich genomen en werden Kuntkes en Haak na een gerechtelijk vooronderzoek geschorst. Tevens werd besloten deze twee politiemensen te vervolgen. Ook voor het verraad van Hannie Schaft! In de tenlastelegging staat namelijk: “Er is ook actief verraad in het spel geweest doordat Kuntkes haar naam zou hebben doorgespeeld aan de SD, met als doel deze intelligente en uiterst actieve communiste uit te schakelen”.

05

Om ‘procedurele redenen’ is het echter nooit tot een veroordeling gekomen. Op 17 januari 1955 meldde de commissaris van politie van het Hoofdbureau IJmuiden W.Sepp in een persbericht “dat aangezien de militaire auditie geen gronden had gevonden tot het treffen van enige maatregel tegen betrokkenen de beide politie-ambtenaren met ingang van heden weer in dienst zijn getreden”………… 

06

Zie ook mijn artikel: Over de Nederlandse ballingenregering, Drees en het verraad.

Gerard